Alles wat u altijd al over infrarood stralingswarmte zou willen weten

De wetenschap verwijst al vele jaren naar verwarmingsinstallaties met een aandeel van meer dan 50% aan infrarood emissie als stralingsverwarming. Er moet echter worden opgemerkt dat de efficiëntie van stralingsverwarming wordt bepaald in verhouding tot het aandeel van de infrarood emissie.
1. Des te meer HF-infrarood, des te hoger de efficiëntie.
2. Des te hoger de efficiëntie, des te lager de verbruikskosten.

1. Elektriciteit wordt voor 100% omgezet in warmte-energie. Warmte-energie kan alleen in convectie of HF- infraroodstraling worden afgegeven. In het geval van stralingsverwarming definieert de wetenschap het aandeel van convectiewarmte als verlies. Bij convectiewarmte ( warmtepomp of c.v. gasinstallatie) stijgt de warmte namelijk direct naar het plafond hetgeen een groot verlies aan comfort en stookkosten inhoud. Tevens is er een groot verlies aan warmte tijdens het transport van het warme water naar uw convectoren. (verlies aan warmte door koude leidingen).
2. Bij gebrek aan warmte-isolatie in een stralingspaneel zal dit ten alle tijden leiden tot enorme verliezen door omzetting naar convectie. (verliezen: warmtepomp of c.v. gas).
3. Door slechte of niet geïsoleerde stralingsverwarming aan de achterzijde van een paneel verwarmt het metselwerk massaal. Dit leidt tot een schoorsteeneffect dat volgens de wetenschap toeneemt wanneer het convectieaandeel en ook het opwaaien van stof toeneemt.
4. Goede isolatie leidt dus tot een vermindering van verliezen aan de achterzijde die op zich weer leiden tot convectie. Tegelijkertijd ontstaat er een verlaging van het warmteverlies (convectie) qua afgifte van het HF- infrarood aan de voorzijde (substraat) en neemt de efficiëntie toe.
5. Warmtestralers met een glazen oppervlak hebben de hoogste efficiëntie in vergelijking met andere materialen vanwege de natuurlijke materiaaleigenschappen van het glas. Dit doordat er b.v. bij metaal of kunststof ong. 50% aan warmte wordt opgeslagen (vastgehouden). Bovendien wordt de warmte niet de ruimte ingestraald. Des te hoger het aandeel kwarts in het glas, des te hoger de emissie van het HF- infrarood.
6. Het hoogste rendement van HF- infrarood warmtestralers met een glazen oppervlak wordt bereikt bij een glastemperatuur van 120° C – 150° C.
7. Des te meer HF-infrarood er wordt uitgezonden door een stralingspaneel, des te meer directe verwarming van materie plaatsvindt. (accumulatie)
8. Bij het ontwerpen van stralingspaneel moet er speciaal op worden gelet dat er voldoende capaciteit (vermogen) wordt geleverd om comfortabel, efficiënt en goedkoop te kunnen verwarmen.
9. Voor een zo gunstig en comfortabel mogelijk resultaat is het van groot belang dat de warmte uit het paneel onder een stralingshoek van 160ºC plaatsvindt. Het bereik van de glasplaat tot aan het te verwarmen vloeroppervlak moet minimaal 3,5 meter bedragen (1300w). Uitsluitend met een combinatie van beiden hiermee behaalt met de hoogst mogelijke efficiëntie.
10. Als er aan capaciteit (uitvoer van warmte) onvoldoende is geïnstalleerd, zal het ook lastig zijn om het bestaande vocht in het fysiek aanwezige materiaal aan te pakken. Het resultaat is dat infraroodstralers een langere looptijd, en dus een hoger verbruik dan nodig veroorzaken.
11. Het verwarmen en dehydrateren van de materialen via infrarood vermindert het vocht in de muur tot onder de 4%. Dit verhoogt de isolatieprestaties (isolatie-eigenschappen) van uw metselwerk met 50% en vermindert drastische transmissieverliezen. Bij een professionele berekening en plaatsing volgens het gegeven advies zal de vochthuishouding in een ruimte een gezonde 45-50% bedragen.
12. De intensiteit van de stralingswarmte moet worden aangepast aan uw persoonlijke warmtewens. Infrarood warmte is vergelijkbaar met de warmte van een zeer aangename en gemiddelde zomerse dag. Niet te warm en niet te koel. Deze warmte zal dus als zeer aangenaam worden ervaren. De intensiteit van de warmte en de hoogte van de temperatuur kan aan uw persoonlijke wensen worden aangepast door middel van een voor stralingswarmte aangepaste aansturing oftewel thermostaat. Met een conventionele thermostaat is dit helaas onmogelijk. Stralingswarmte is namelijk is geen enkel opzicht te vergelijken met convectieverwarming (warmtepomp).
13. Een juiste positionering is van cruciaal belang bij gebruik van een thermostaat. De thermostaat mag niet rechtstreeks worden bestraald met infrarood, anders beïnvloedt de infraroodwarmte de thermostaat. In feite moet de thermostaat de luchttemperatuur meten. Plaats ook nooit een thermostaat in de omgeving van bijvoorbeeld een t.v. of ander warmtebron. Bij plaatsing op bijvoorbeeld een vensterbank zal de thermostaat worden beïnvloed door zonlicht of koude tocht.